Badeloch vertrouwt het niet

Badeloch maant Gijs aan wat wantrouwiger te zijn en Vosmeer niet zo gemakkelijk te geloven. Hij zou volgens haar meer voorzorgsmaatregelen moeten treffen. Gijs slaat dit af. Hij heeft er wel vertrouwen in en zijn wil is uiteindelijk wet. (Want Middeleeuwen).

Vosmeer speldt Gijs een verhaal op de mouw over hoe het nou toch komt dat er een schip vol met mooi droog knapperig brandhout voor de deur van de stad ligt juist op het moment dat het zo koud is en er zo een schrijnend tekort aan brandstof is in de stad.

Hildegard vertelt wat zij allemaal gezien en gehoord heeft toen de officieren van het vijandelijk leger zich in haar klooster gevestigd hadden.

Badeloch en Gijs maken zich op voor het kerstdiner. Als Hildegard en Aard binnenkomen is het gezelschap compleet.