Diederik

Generaal in het leger van Egmond. In de oorspronkelijke tekst heeft hij de titel Maarschalk, een militaire rang die boven die van generaal stond, maar die al meer dan een eeuw geleden is afgeschaft.
Diederik wordt door Vondel gepresenteerd als een ontwikkelde, rationele man die nogal tegen zijn zin in een oorlog is verzeild geraakt. Hij wil niets liever dan goedschiks of kwaadschiks eind aan het beleg maken. Als het kwaadschiks moet, dan is hij ook meedogenloos.

Citaten: